Als je goed kijkt zie je er één, dan twee en dan opeens zitten er heel veel, de zaadbolletjes van de Oost-Indische Kers. Dat is dat vrolijke plantje in je tuin dat overal zo vrolijk tussendoor en overheen groeit. Waarvan je denkt dat het niet veel kan hebben omdat het er zo teer uitziet. Maar ondertussen groeit en bloeit het door tot de vorst erover komt. Èn produceert het zaad om volgend jaar weer van de partij te zijn in je tuin. Die zaadjes, gelukkig zijn het er héél veel, die wil ik hebben want je kunt er zo lekker kappertjes van maken. Trouwens de hele plant kun je eten, blad bloem en zaad en alles heeft een prettig pittige smaak. Dus hup in de salade, vullen of in het zuur dus.
{recept} Kappers van O.-I.Kers: Verzamel zoveel mogelijk zaden. Laat ze een nacht weken in zout water (75 gram op 1 liter) Spoel ze af en doe ze in een potje met azijn (evt. zoeten met honing) en wat kruiden en ter decoratie een bloem!
{recept} Gevulde O.-I.Kers bloemen: 100 g. roomkaas/fromage frais, 40 g. geraspte gekookte rode biet, handje fijngesneden munt, evt. peper/zout , bord vol O.I.Kersbloemen (let op de luizen die er soms op zitten). Doe de ingrediënten in een blender oid en maak het tot een mooie egale massa. Doe dit in een spuit en vul de bloemen met een toefje bietenroomkaas. Prachtig!
etenbije 